Wijntaal is anders dan gewoon Nederlands. Wie die gebruikt, leent nogal wat uit het buitenland. Kijk maar eens in de zogeheten ‘wijn-woordenboeken’. Meer dan de helft is importspeak. Laatst keek ik nog eens in ‘Prisma van de wijn’, waarin liefst 2400 begrippen worden ‘verklaard’. Het enige Nederlands dat daarin stond, was in de vertaling van al die termen te vinden. Al die online-dictionaires kunnen me trouwens gestolen worden. Ze staan vol betwistbare uitleg, vertonen vaak beschamende hiaten, of vergeten gemakshalve wijdverbreide begrippen op te nemen. Het ‘gewone’ papieren woordenboek is meestal vollediger. Maar ook daarin ontbreken zaken waarover de samenstellers zich liever niet het hoofd breken. Vraag je waarom niet, dan komt de redactie vaak met een vage smoes die iedere verdere discussie nutteloos maakt. Toch heeft mij er dat niet van weerhouden om in het Gezaghebbend Rebels Woordenboek Van Dale op te zoeken of je het bereiden van wijn nou ‘vinificeren’ moet noemen of ‘vinifiëren’. Nou, probeer het ook daar maar niet. “Vinificatie”, dat hebben ze nog net opgenomen. Maar van het bijbehorende, correcte te achten werkwoord geen spoor. Zelfs de Franse Micro Robert de Poche laat het erbij zitten. Vinifier? Nooit van gehoord.
Vluchten
Vluchten
Veel wijnspecialisten, buiten het geëigende schrijverscircuit, vermijden zorgvuldig te kiezen. Ze vluchten massaal in het woord ‘vinificatie’, want dat wordt niet alarmerend onderlijnd als het uit je toetsenbord springt. Ook in de genoemde prisma houdt de auteur zich daaraan. ‘Vinifiëren’ slaat hij bijna zorgvuldig over. En ook ‘vinificeren’ mag daar niet meedoen. Tik ik die woorden met het nieuwste programma in, dan worden ze rood onderlijnd. Want ze worden daar niet als gangbaar Nederlands (h)erkend. Dus vertrouwen we maar op ons gevoel. Of we zoeken, als we niet door de mand willen vallen, ons heil in imitatie. Want niemand heeft eigenlijk zin om zich bij dat Alwetend Genootschap Onze Taal te laten afschepen met mitsen, maren en hoewels.
Dan toch maar eens m’n licht opsteken bij ‘hèt kenniscentrum voor wijnbouw en vinificatie in Nederland’, Viticonsult in Maastricht. En daar trakteren ze me op scheef Nederlands in de volgende volzin:
“De juiste keuze van de grond hangt heel nauw samen met de wijn(en) die u later wilt gaan VINIFICEREN”. Maar de keuze voor dàt werkwoord is nog geen wetenschappelijk bewijs voor een correcte aanduiding van het ‘wijnbereidingsproces’. Voor wijnjournalisten en verwant schrijversvolk is ‘vinifiëren’ de meest gangbare uitdrukking. Wie ‘vinficeren’ gebruikt, of dat nou een Hoogmogende is of een adviseur die zichzelf in dat mistige beroep heeft getild, wordt in hun ogen niet voor vol aangezien. Steek dus maar in je zak Viticonsult, Wijnadviesbureau Beurskens en De Weinschenker.
Tegemoet
Ik ben ook nog even bij Wielhouwer Wijnadvies langs geweest. Daar laten ze zich niet over deze kwestie uit. Maar we stuitten er wel op een zin die treffend weergeeft waarom menige taalbarbaar niet eens meer in de gaten heeft waar het fout gaat en het zelf maar bij sms-geloei houdt:
“Na het bezoek aan ONZE website hoop IK u TEGEMOET te zien BIJ EEN VAN DE DIENSTEN die Wielhouwer Wijnadvies aanbiedt”.
Nou nee, laat deze keer maar zitten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten